Overslaan en naar de inhoud gaan

Isabel Allende – Fortuna’s dochter

Het is 1849, het jaar waarin in Californië goud wordt ontdekt. Joaquín Andieta, de geliefde van Eliza Sommers, is vastberaden het geluk te vinden en vertrekt uit Chili naar het noorden. Eliza besluit hem te volgen. Ze maakt een verschrikkelijke reis, terwijl ze verborgen in het ruim van een zeilschip zit.

Eliza gaat op zoek naar haar geliefde in een voor haar onbekend land vol mensen die gelokt zijn door de goudkoorts. Haar ervaringen veranderen haar in een bijzondere vrouw. Met behulp van een Chinese arts gaat ze op een gedenkwaardige tocht langs mysteriën en tegenstrijdigheden van het menselijk lot.

Als je begint in ‘Fortuna’s dochter’ is het wel even wennen aan de schrijfstijl. Isabel Allende heeft een typische eigen schrijfwijze, die je aanspreekt of niet. Het was voor mij vooral wennen aan de vele details en bijzaken die een rol binnen het verhaal spelen. Daardoor ben je soms best zoekende waar het verhaal heen gaat en wat je wel of niet moet onthouden.

Vanuit een alwetende verteller lees je het verhaal. Dat zorgt ervoor dat je de verschillende personages leert kennen, maar ook dat je heel veel informatie te verwerken krijgt. Het liefdesverhaal dat Allende vertelt is prachtig. Daarnaast leer je het een en ander over de geschiedenis van Chili, China en Californië. Het had alleen wat beknopter en eenvoudiger gemogen, zodat de gebeurtenissen uit het verhaal wat vlotter zouden verlopen.

Auteur: Isabel Allende
Titel: Fortuna’s dochter
Genre: Roman
Aantal pagina's: 443
Uitgeverij: Wereldbibliotheek
ISBN: 9789028418387