jeugdroman

De wereld van Aqila en Dayo is groen en vreedzaam. Dieren hebben een stem. Geluk staat voorop. De nieuwe mensen hebben vleugels. Ze kunnen vliegen en praten met dieren. Ze noemen zichzelf: Vogelkinderen.

Judith doet volgens haar moeder een heleboel fout, terwijl ze zo haar best doet om haar moeder te helpen met de verzorging van haar kleine broertje Dennis. Desondanks wordt haar moeder regelmatig kwaad en slaat ze Judith. Later heeft haar moeder meestal spijt, maar dan is het te laat.

De jonge Amir rijdt voor het circus van zijn vader uit. Hij zoekt de nieuwe plek voor het circus op, vertelt verhalen en hangt overal affiches op. Maar dan steekt hij plotseling de grens over.

In het voorjaar van 1944 moet de 16-jarige Janna uit Zeeland voor de Duitse militairen werken die in haar dorp zitten. Daarnaast heeft ze het druk met het huishouden en de zorg voor haar ouders. Janna probeert alles zo goed mogelijk te doen en ook nog regelmatig met haar beste vriendin Wanne af te spreken. Als haar vrienden vragen of ze “een klusje wil opknappen”, zit ze in tweestrijd.

De zestienjarige Anidori is uitgehuwelijkt aan de kroonprins van een ander land. Een land waar ze nog nooit geweest is en een man die ze niet kent. Maar Ani voelt zich verantwoordelijk voor haar vaderland en ze besluit te gaan.